Ergonomie verklarende woordenlijst

In het blogartikel vind je een handige woordenlijst met veelgebruikte termen in Ergonomie. Het is een handig overzicht om snel inzicht te krijgen in de belangrijkste begrippen!

Hernia:
Is een aandoening van de rug (rughernia) of de nek (nekhernia) waarbij de tussenwervelschijf uitstulpt. In de geneeskunde wordt deze aandoening vaak afgekort tot HNP. Hierbij kunnen zenuwen bekneld raken, waarbij ernstige pijn kan ontstaan, of zelfs uitval van de zenuw, resulterend in spierfunctieverlies (bijvoorbeeld onvermogen de voet naar de scheen toe te trekken) of een 'doof' gevoel. De pijn kan mild zijn, maar ook zo ernstig dat de patiënt zich slechts op handen en voeten kan voortbewegen.

 

Lumbago:
Lumbago of een verschot is een vorm van lage rugpijn die soms kan uitstralen naar de billen, de dijen en de benen, maar niet tot onder de knie: gebeurt dat wel dan is het ischias of hernia. Soms wordt rugpijn door specifieke behandelbare ziekten veroorzaakt.

Lumbago kan vergezeld gaan van andere symptomen als rugstijfheid (pijn en strakheid bij bewegen van de wervelkolom).

 

RSI:
Is een verzamelnaam voor allerlei klachten die te maken hebben met het gedurende lange tijd herhaaldelijk uitvoeren van dezelfde, soms kleine en op zich niet inspannend lijkende bewegingen. Met RSI samenhangende aandoeningen zijn onder andere slijmbeursontsteking en peesschedeontsteking.

 

Artrose: 
Is in de geneeskunde de naam van een aandoening aan het kraakbeen in gewrichten.

Artrose wordt in de volksmond ook wel gewrichtsslijtage genoemd. Artrose ontstaat doordat er meer gewrichtskraakbeen verloren gaat dan er door het lichaam geproduceerd kan worden. Het kraakbeen verslechtert en soms verdwijnt het helemaal. Bij artrose vermindert ook de vloeistof in het gewricht. Deze vloeistof, synovium geheten, is nodig om het gewricht soepel te laten draaien en om schokken te absorberen. Door slijtage van gewrichtskraakbeen en een vermindering van de schokabsorberende vloeistof in de gewrichten kunnen botten over elkaar schuren, wat veel pijn veroorzaakt. Artrose komt voornamelijk voor in de gewrichten van de handen, knieën, schouders, nek en heupen. Iedereen boven de zestig jaar lijdt eigenlijk wel aan een röntgenologisch waarneembare mate van artrose; soms begint het al op aanzienlijk jongere leeftijd.

 

Artritis:
Is een ontsteking van de gewrichten die veroorzaakt kan worden door reumatische aandoeningen (bijvoorbeeld reumatische artritis), verwondingen of bacteriële infectie (septische artritis). 

Artritis wordt onderscheiden van artrose: pijnlijke gewrichten door slijtage, zonder dat daarbij sprake is van een ontsteking. Verwarrend is dat deze laatste aandoening in het Engels osteoarthritis genoemd wordt.

 

Facetgewrichten:
Dit zijn beweegbare gewrichtjes van de wervelkolom, die de wervels met elkaar verbinden. De wervelkolom zou zonder facetgewrichten helemaal star zijn. We zouden alleen maar strak rechtop kunnen lopen en ons heel houterig bewegen.

De facetgewrichten kunnen door letsel of artritis ontstoken raken, met pijn en stijfheid als gevolg. Wanneer de facetgewrichten zijn aangetast, veroorzaakt dit doorgaans pijn, niet alleen op de plek van het facetgewricht, maar ook uitstralend naar het hoofd, de schouders, billen en benen. Om de pijn te verminderen kan een arts facetgewrichtblokkade voorschrijven.

 

Discus:
Een tussenwervelschijf vinden we in de wervelkolom tussen twee afzonderlijke wervels. Tussenwervelschijven bestaan uit een ring van vezelig kraakbeen  met in het midden een geleiachtige kern. Ze zijn enigszins elastisch en dragen zo bij aan de schokdemping. Bij een hernia van de rug ligt de oorzaak in een beschadiging van de tussenwervelschijf.

 

Scoliose:
Is een zijdelingse verkromming van de rug (wervelkolom), waardoor één of twee bochten ontstaan.

Het komt in meer of minder ernstige mate voor bij 4 op de 100 mensen. De wervelkolom draait meestal ook om haar as (dan spreekt men van een torsiescoliose) en veroorzaakt zo een bochel.

 

Lordose:
Is een natuurlijke kromming van de wervelkolom in voorachterwaartse richting. Bij een lordose is de bolle kant van de wervelkolom naar voren gericht. Lordoses vinden we in de cervicale en de lumbale wervelkolom. Bij een sterke lordose in het lendegebied spreken we van een "holle rug".

 

Natuurlijke kromming:
Als je je ruggengraat in zijaanzicht bekijkt, zie je een dubbele S-vorm of 3 krommingen:

een holle kromming in je nek (= cervicale lordose)
een bolle kromming ter hoogte van je borstwervels (= thoracale kyfose)
een lichte holle kromming in je onderrug (= lumbale lordose).
Helemaal onderaan heb je ook nog je heiligbeen. Sommigen beweren dat deze nog een 4e kromming in je wervelkolom vormt maar dit is iets minder belangrijk.

Belangrijker is dat deze krommingen zorgen voor een compromis tussen stabiliteit, veerkracht en beweeglijkheid.

En je merkt het 'Je rug recht houden' klopt niet helemaal hé. Je rug is op zijn sterkst in zijn natuurlijke 'hol-bol-hol'-houding

 

Synchroonmechanisatie:
Het synchroonmechanisme combineert een beweging van de rugleuning met een daarop afgestemde beweging van de zitting. De beweging van de rugleuning is daarbij groter dan die van de zitting.

Vorige post
Volgende post

Heb je nog een vraag over dit onderwerp? Contacteer onze adviseurs.